Kläsener

St. Laurentiuskerk:     Alexander Kläsener
Pierre Cuypers ontwierp niet alleen de buitenkant van een kerk, maar was ook bekend vanwege het ontwerp en de uitvoering van zijn kerkinterieurs. Met Cuypers kwam voor elke kerk een schare van tekenaars, beeldhouwers, houtbewerkers en kerkschilders beschikbaar. Samen met zijn compagnon Stoltzenberg beschikte hij in Roermond over een groot atelier, waar soms meer dan 100 medewerkers bezig waren met het vervaardigen van interieurs, niet alleen voor kerken, maar ook voor het Rijksmuseum, het Centraal Station van Amsterdam en Kasteel De Haar.

Een kerk werd in die tijd bij de oplevering vrijwel nooit al gedecoreerd en beschilderd opgeleverd. Het kerkbestuur had in de regel al moeite genoeg om de bouwkosten te financieren, in het geval van de Sint Laurentiuskerk was er zelfs onvoldoende geld om de wel door Cuypers ontworpen toren te bouwen, zodat de kerk meestal werd ingewijd met witte muren en meubilair en beelden uit de te verlaten schuilkerk. Het was de taak van de bouwpastoor om in de jaren na de inwijding de kerk in te richten. Cuypers speelde op die behoefte met zijn eigen atelier Cuypers en Stoltzenberg volledig is. Hij ontwierp nieuwe altaren, beelden, ramen, banken en muurschilderingen in de stijl van de nieuw ingewijde kerk en zorgde ook voor de uitvoering. Een van de kerkschilders uit zijn atelier was de uit Duitsland afkomstige Alexander Kläzener (1826-1912) . Op die manier kwam ook Alexander Kläzener naar Alkmaar om het interieur van de Laurentiuskerk te beschilderen. Daarmee kwam niet alleen een later zeer beroemde geworden architect naar Alkmaar, maar met hem een gevierd kerkschilder. In Alkmaar wordt de basis gelegd voor hun beider carrières.
Alexander Kläzener werd geboren in 1826 in Pruisen, dat toen nog een zelfstandig koninkrijk was. Na zijn opleiding aan de beroemde Malerschule in Düsseldorf, waar hij les kreeg van Wilhelm van Schadow, die lange tijd bij de Nazareners in Rome verbleef. Dit was een genootschap van Duitse kunstschilders die zich afzetten tegen de toen gangbare classicistische eisen en terug gingen naar de kunst van Rafaël en Giotto. De opleiding van Van Schadow tekent het werk van Kläzener. Na werk verricht te hebben aan de Dom van Keulen, ging hij de Nederlandse grens over om te werken aan de restauratie van het seminarie Rolduc in Kerkrade. 
Omdat hij in Düsseldorf zijn studie niet heeft kunnen voltooien, ging hij verder aan de academie van Antwerpen, waar ook Cuypers zijn opleiding kreeg. Al in 1859 treedt hij in dienst van Cuypers en Stoltzenberg, waar hij onder meer in 1861 de schilderingen in de Sint Servaaskerk van Maastricht restaureerde. Met deze schilderingen, die bij de laatste restauratie op onverantwoorde wijze zijn verwijderd, toonde hij goed te kunnen werken in het gedachtengoed Van Cuypers en Alberdingk Thijm.
In 1866 verhuisde hij naar Alkmaar om daar de kruiswegstaties van de Sint Laurentiuskerk aan te brengen. Blijkbaar was er vijf jaar na de opening genoeg geld om het interieur van de kerk te verfraaien. Zelf was Kläzener ook niet meer onbemiddeld, want hij ging wonen in een fraaie woning aan het Kennemerpark 32. Hoewel hij veel werk had aan deze kerk, kwamen de eerste kruiswegstaties in 1868 gereed en de triomfboog zelfs al een jaar eerder. 
In 1868 nam ontslag bij Cuypers en Stoltzenberg en vestigde zich als zelfstandig kerkschilder. Dat neemt niet weg dat hij in de periode daarna in de Laurentiuskerk ook de schilderingen van het Bloedwonder (1874-1880) van Alkmaar en het Maria-altaar aanbrengt. 
Hoewel zijn werkterrein zicht uitbreidt tot het hele westen van Nederland, blijft hij in Alkmaar wonen. Soms is zijn werk dichtbij, zoals de kruiswegstaties van de Sint Laurentiuskerk in Oudorp; soms ook verder weg voor de Cuyperskerken in Amsterdam en Den Haag. De opdrachten voor Cuypers-kerken bleven binnen stromen, ook al werkte hij niet meer voor Cuypers en Stoltzenberg.
Ondanks zijn werkzaamheden elders bleef hij actief in Alkmaar. 
Nadat hij in 1876 lid werd van het Alkmaarse genootschap ‘Kunst zij ons Doel’, werd hij in 1892 daar ook als directeur-leraar aangesteld met als opdracht geïnteresseerde Alkmaarders te ondersteunen in hun vaardigheden in de kunst. Dit bleef hij doen tot 1908, inmiddels 81 jaar oud. Ook tot hoge leeftijd was hij lid van de Commissie van Toezicht op het Gemeente Museum, waarvoor hij steeds opnieuw door burgemeester en wethouders werd aangesteld.
Naast al zijn drukke werkzaamheden in veel kerken was hij ook pivé-leraar voor Alkmaarse talenten. Bekende namen als Koos Stikvoort, Jaap Poolland, en Jan (Everardus) Witte kregen hun glans door hun opleiding bij Kläzener. Daarbij produceerde hij niet alleen kerkschilderingen, maar ook schilderijen. 

In het depot van het Stedelijk Museum bevinden zich werken van Kläzener als ‘Mephistopheles’ uit 1887 en ‘Meisje en jongen halen eten’ uit 1891. Ook elders in Nederland hangen zijn schilderijen, zoals zijn ontroerende portret van Jan Everardus Witte in het Museum Everardus Witte in Megen. 

Kläzener stierf in 1912 in Alkmaar, een gewaardeerd lid van de Alkmaarse burgerij met een betekenis die ver boven de regio uitstijgt. Juist door recente restauraties van kerken uit de negentiende eeuw is een groot deel van zijn landelijke oeuvre bewaard gebleven. Alexander Kläzener is plaatselijk van groot belang geweest voor de ontwikkeling van het culturele leven aan het einde van de negentiende eeuw. Door zijn toedoen kreeg het onderwijs aan jonge kunstenaars een forse extra impuls.

Veel belangrijker is zijn plaats in de nationale kunst. Door zijn inbreng vanuit de Nazareners, via de Düsseldorfer Mahlerschule, zijn de geschilderde afbeeldingen in kerkinterieurs levendiger geworden en roepen ze meer emotie op. Zijn werk in de Sint Laurentiuskerk is daar een goed voorbeeld van. Met name in de Kruiswegstaties is zijn ontwikkeling zichtbaar. De schilderingen van het Bloedwonder van Alkmaar zijn van groot belang voor de geschiedenis van de stad. Zij vormen de laatste herinnering aan de functie van Alkmaar als bedevaartsoord in de middeleeuwen.
terug meer weten van Klasener ?
Share by: